Scherpenheuvel

Basiliek

Als we zo 1500 of zelfs 2000 jaar teruggaan dan weten we uit onze geschiedenisboeken dat reeds in de tijd van de Germanen geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven werden aan eikenbomen.
We herinneren ons ook dat de druïden hun offers pleegden onder een eikenboom.

Scherpe-heuvel was in werkelijkheid een schrale heuvel, begroeid met eiken.
Op de top van deze heuvel stond een eeuwenoude eik, waarvan de takken kruisgewijs de heuvel beheersten.

In 1304 was er reeds een geschreven verhaal over deze eik waarin gezegd werd dat men sinds mensenheugenis deze boom met eerbied omringde.
Men stapte er biddend omheen en de reizigers hingen er “scerpe” (reistas) en staf aan de takken.

In het begin van de XV ° eeuw was er een missionaris die, om de toen reeds talrijke bedevaarten een loffelijk doel te verschaffen, een beeldje van de Heilige Maagd aan de eik gehangen heeft.

Rond 1415 zag een herdersknecht die zijn schapen aan het hoeden was het beeldje op de grond liggen. Hij raapte het op en wilde het mee naar huis nemen. Een ongekende kracht hield hem echter te plaatse.
Door schrik bevangen begon de knaap te bidden.
Ongerust door het lang wegblijven van zijn knecht trok de schapenboer erop uit en vond de knecht met het beeldje in de hand.
Ik wilde het beeldje mee naar huis brengen om het daar verder te kunnen vereren, sprak de knecht teneergeslagen.
Laat ons liever het beeldje terug op zijn plaats hangen sprak de boer en plaatste het terug op zijn klein voetstuk.
Onmiddellijk kon de knecht terug bewegen.
Ongelooflijk snel verspreidde het nieuws van deze wonderbare gebeurtenis zich in de omtrek. Met honderden kwamen de landbouwers en baden dag en nacht op de plaats van het mirakel. Met een oeverloos vertrouwen kwamen zieken en kreupelen, en enkelen van hen werden genezen. Die genezingen verhoogden de roem van het wonderbeeld tot in de uithoeken van Brabant.

Tot 1600 was er geen of weinig bewoning in Scherpenheuvel, de pastoor moest toen van Zichem komen om er erediensten op te dragen.
In 1602 liet hij naast de eik een houten kapel bouwen (in 1604 werd de houten kapel vervangen door een stenen).

De massa bedevaarders die toen toestroomden hadden nog geen kraampjes of souvenirwinkeltjes en sneden dan maar een stukje hout als aandenken uit den eik (of om zijn geneeskundige of bovennatuurlijke eigenschappen...)
Reeds in 1603 was de eik zo vreselijk toegetakeld dat hij dreigde om te vallen en een gevaar betekende voor de bedevaarders.
Andere bronnen vermelden dat de kerkelijke overheid er niet zo mee opgezet was met dat heidens geloof in deze boom en dat versnelde het proces.
In 1603 werd hij omgehakt en de stam werd in drie stukken gezaagd.
Één deel werd geschonken aan Albrecht en Isabella, die er Lieve Vrouwe beeldjes lieten uit snijden die ze dan als geschenk aanboden.
Eén ervan werd in 1624 aan de toenmalige paus Urbanius VIII geschonken.

Zo komen we tot Albrecht en Isabella die een belangrijke rol in de verdere ontwikkeling van Scherpenheuvel speelden.
Onder het bewind van de aartshertogen Albrecht en Isabella (1595-1621) woedde de godsdienstoorlog tussen het katholieke zuiden en het protestantse noorden.
Aartshertog Albrecht beloofde dat hij op bedevaart naar Scherpenheuvel zou gaan en daar een heiligdom zou bouwen indien zijn leger ’s Hertogenbosch en Oostende uit de handen van de protestanten kon houden.
Hij hield woord en in 1609 werd de eerste steen gelegd.
In 1627 werd de basiliek ingewijd.
Het was tijdens deze inwijding dat Isabella de juwelen van haar handen afdeed en op de trappen van het altaar neerlegde, andere aanwezigen volgden haar voorbeeld en zo ontstond de traditie om als offer geldstukken op de trappen van het altaar te leggen of te werpen.


Omdat de bedevaarten de permanente aanwezigheid van meer geestelijken opeisten werd een gemeenschap van geestelijken opgericht, de Oratorianen.
Achter de basiliek werd dan het Oratorianen klooster gebouwd.
Tijdens de Franse revolutie is dit klooster echter verloren gegaan. Hetgeen we nu nog zien is een poort met een kunstvol Fronton. De kerk en het klooster waren verbonden met een gang.
Deze gang heeft men recentelijk gerestaureerd en noemt men de Barokgang.

Het getal zeven.

In de constructie van de kerk, het later park en ook in andere aanleggen komt het getal zeven regelmatig terug.
Uit het scheppingsverhaal weten we dat God op de zevende dag het werk voltooide dat hij gemaakt had en op die dag rustte.
Zo is het grondplan van de kerk een zevenhoek,
er zijn zes zijkapellen waarin een altaar staat, samen met het hoofdaltaar vormt dit het getal zeven,
de kerk werd versierd met zeven schilderijen van schilder Van Loon,
de sterren op de koepel zijn zevenpuntig,
het park rond de basiliek vertoont hetzelfde grondplan.
Nu 400 jaar later heeft men in de bouw van de rotonde terug deze stervorm toegepast.

De Kerkhuisjes.

Deze bestonden reeds in 1634.
De oorspronkelijke bestemming is evenwel onduidelijk.

De Waterput.

Oorspronkelijk dateert hij van 1632.
Is 62 meter diep en tot in 1910 kwamen de inwoners van Scherpenheuvel in de rij staan om water te halen., waarvoor men destijds moest betalen.
Het water was duurder of minder duur naargelang men zelf putte of liet putten.
Het water werd opgehaald door een systeem van een wiel van 3 m diameter, dat al trappend in beweging werd gebracht door twee personen.

De kruisweg.

Werd aangelegd in 1832

De rozenkransweg.

De dreef waarin de 3 x 5 mysteriën van de rozenkrans uitgebeeld worden, is ongeveer 550 m lang, ze volgt de oude vestinggracht rond de tuin van het voormalige oratoriumklooster.
Hij dateert van 1901

De koepelkapel “Openluchtkapel”

Werd gebouwd in 1932 om de duizenden bedevaarders die in de basiliek niet binnen konden de gelegenheid te geven de mis in open lucht bij te wonen.

De Mariahal

Gezien het wisselvallig weer in de contreien werd het plan opgevat om een grote overdekte ruimte op te richten voor de bedevaarders, dit in 1971.

Kaarsenruimte.

Tot over een tiental jaren was dit nog in de basiliek.
Om veiligheidsreden werd dit naar buiten gebracht.
De kaarsen zelf worden nog op ambachtelijke wijze zelf gemaakt in de Vlaspit, die een tiental minderbegaafden tewerk stelt.